Met spaargeld heb ik een beetje een haat/liefde verhouding. Aan de ene kant is het goed om wat achter de hand te houden, aan de andere kant verlies je erop.
Je verliest koopkracht op je spaargeld door de combinatie van lage rente, inflatie, en vermogensrendementsheffing.
- Inflatie 2019 is 2,63% tot nog toe. Zie het CBS. De verhoging van de BTW zal er wel in hebben gehakt. Bedankt, overheid.
- De rente is op moment van schrijven maximaal 0,20% bij NIBC voor een rekening met DNB toezicht, zonder voorwaarden, direct opneembaar. Zie de Consumentenbond.
- Vermogensrendementheffing is in 2019 nog steeds 1,2% als je boven het heffingsvrije vermogen van € 30.360 (€ 60.720 voor fiscaal partners) valt.
Dit is in totaal 3,64% aan koopkracht die je dit jaar inlevert als je veel spaargeld hebt. Dat is dus echt geld weggooien.
Ik onderscheid zelf verschillende vormen van spaargeld:
- Financiële buffer
- Doelsparen
- Depositosparen
- Groen sparen
- Pensioensparen
Financiële buffer
Maar goed, je hebt een buffer nodig om onvoorziene uitgaven op te kunnen vangen. Ik ben een keer naar een financieel adviseur geweest, en die zei dat veel mensen rendement prima begrijpen, maar risico niet. Hij zei ook dat ik eigenlijk te weinig spaargeld heb. Ik kan er mee leven, maar ik weet dat ik eigenlijk verstandiger zou moeten zijn.
Het Nibud heeft een bufferberekenaar waar je mee kan berekenen wat een verstandige buffer zou zijn voor jouw situatie. Ik vind het zelf een beetje een vreemde tool, want waarom zou ik meer geld aan mijn interieur uitgeven als ik meer verdien? Het Nibud rekent overduidelijk niet met financieel gematigenden in de doelgroep :-) Volgens het Nibud heb ik best veel nodig, maar die gaat ook uit van vervanging van de auto, wat ik zelf niet echt belangrijk vind. Nibud vindt dat ik een spaarbuffer moet hebben van € 20.000. Bespottelijk. Zelfs als mijn hele hebben en houden verlies dan heb ik minder nodig. Ik ben namelijk ook gewoon verzekerd. Ik ga zelf uit van een maximale buffer van € 10.000. En dat is echt maximaal.
Doelsparen
Doelsparen is sparen voor een specifiek doel. Voorbeelden zijn vakanties, verbouwingen, nieuwe auto, etc. Dit zie ik meer als uitgaven in de toekomst dan sparen, dus die hou ik niet apart bij.
Depositosparen
Een depositospaarrekening heeft een vaste looptijd en rente. Meestal moet er boeterente betaald worden als je eerder wil opnemen dan aan het einde van de looptijd, als het überhaupt al kan. Deze sluit ik meestal af in tijden waar de rente hoog is, en dan sluit ik ze af voor 10 jaar. Zo had ik begin dit jaar nog deposito’s actief met een rente van 4,75%. Dat voelde wel goed. Nu zou ik geen deposito meer afsluiten met de lage rentes. Als ze weer meer dan 4% bieden dan ben ik weer geïnteresseerd.
Groen sparen
Zelf heb ik dit nooit gedaan, maar ik ken wel mensen die het hebben. Groen sparen is hetzelfde als depositosparen maar dan wordt er met dit geld geinvesteerd in door de overheid aangewezen groene doelen. Het levert een lagere rente op dan een gewoon deposito, maar de overheid beloont je dan wel met een vrijstelling in box 3 van het bedrag, plus nog een extra 0,7%. De rente is op dit moment nihil. Dat is nog steeds een rendement van 1,2% + 0,7% = 1,9%, 1,7% hoger dan de hierboven genoemde vrij opneembare spaarrekening. Goede deal, als beleggen je te risicovol is. Ondanks dat het in de categorie sparen een goede deal is, verlies je nog steeds koopkracht door de huidige inflatie van 2,63%. Nogmaals, bedankt voor de hogere BTW, overheid.
Pensioensparen
Pensioensparen bij een bank (banksparen) is ook een spaardeposito, maar dan met een einddatum die ligt op de dag dat je AOW ingaat op de dag van afsluiten. Die van mij komt bijvoorbeeld pas in 2041 vrij. Hiermee gaat een redelijke rente gepaard. Als je iets inlegt, dan geldt de de rente tot het einde van de looptijd. Bij elke storting wordt opnieuw naar de dagrente gekeken. Ondanks dat ik niet meer actief stort, krijg ik nog wel rente. De rente krijgt dan ook weer de dagrente op de rentedatum. Zelfs in deze tijden krijg ik nog 1,5% op de bijgeschreven rente.
Het echte voordeel zit er echter in dat pensioensparen in box 1 valt. Dit houdt in dat je inleg in deze spaarrekening mag aftrekken van de inkomstenbelasting, dat je geen VRH betaalt, maar dat je wel inkomstenbelasting betaalt bij de uitkering aan het einde. Als je deze in bijvoorbeeld 10 jaar laat uitbetalen als je de AOW-gerechtigde leeftijd hebt, is je belastingtarief waarschijnlijk lager dan nu (je betaalt bijvoorbeeld geen AOW premie meer in box 1).
Hoeveel heb ik op dit moment?
Buffer | € 1000 |
Pensioensparen | € 8665 |
Dat is het. Niet veel, maar ik ben dan ook geen spaarder. Ik had eerder dit jaar meer, maar zo tegen het einde van het jaar heb ik altijd minder omdat ik zo min mogelijk belasting wil betalen over geld dat toch niks oplevert.
Geef een reactie